Blog
Geplaatst op maandag 06 augustus 2012 @ 19:50 door Calamandja , 4107 keer bekeken
Uit verschillende onderzoeken en studies blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen hooggevoeligheid en pesten.
Desondanks is hooggevoeligheid bij het grootste deel van de leerkrachten nog onbekend.
In vakantietijd kun je als ouder(s) verschil in het gedrag van je kind(eren) opmerken.
Hieronder een impressie van pesten en hooggevoeligheid.
Hooggevoelige kinderen worden vaker gepest door de kinderen die wel normaal mee kunnen komen, omdat ze anders zijn dan hun leeftijdsgenootjes.
Ze worden niet begrepen en zijn ook een makkelijk mikpunt, omdat ze door de hooggevoeligheid ook snel ge- en overprikkeld raken en aangedaan reageren op nare opmerkingen of geroddel.
Allereerst is het zinvol om een onderscheid tussen pesten en plagen te begrijpen. Kinderen plagen elkaar vaak en graag en zien dit als een spelletje. Plagen is niet bedoeld om een ander te kwetsen of onderuit te halen. Bij Pesten is dit wél het geval. Pesten zorgt voor een negatieve sfeer in de groep op school. Een school hoort een veilige plek te zijn voor alle kinderen.
Wat is Pesten?
Pesten heeft te maken met ‘macht’. Eén of meerdere kinderen spelen de baas over een ander kind. Het ‘slachtoffer’ wordt uitgescholden, geslagen of zelfs buitengesloten.
Dit kan incidentele vormen aannemen. B.v. in een steek of een sneer, een duw of een uitgestoken voet.
Het kan ook een structurele vorm aannemen. Er is dan sprake van een voortdurende terugkeer van hetzelfde gedrag, zowel bij de gepeste als degene die graag pest.
Pesten vind in op verschillende manieren plaats.
- Denk aan schelden of scheldnamen geven/ krijgen.
- Kapot maken of verstoppen/afpakken van eigendommen.b.v. een fietsband laten leeglopen.
- Het belachelijk maken(vergroten van iets), naroepen of uitlachen.
- Fysiek geweld in de vorm van haren trekken, pootje haken, vechten.
- Iemand imiteren, achter iemand aanlopen, na-apen….
De meeste vormen van pesten vinden plaats buiten de waarneming van leerkrachten en/of ouders.
Een afwijkend gedrag of uiterlijk alléén is zelden de aanleiding tot het pesten.
Meestal zijn het de kwetsbare kinderen, die zich niet effectief verdedigen en wat hulpeloos reageren, die het slachtoffer van pesterijen worden – ongeacht hun uiterlijk of kleding.
Soms wordt een zondebok het slachtoffer van een leerling, soms pest een hele klas één enkele leerling. In het eerste geval is er sprake van een (ongelijke) machtsstrijd: de pestkop wil zijn (haar) superioriteit bewijzen. In het tweede geval is het pesten een signaal voor onrust/onvrede binnen de groep. Dan is er zeker alle aanleiding om het pesten op klassikaal niveau bespreekbaar te maken!
Veel slachtoffers van het pestgedrag hebben of krijgen een negatief zelfbeeld.
Als je je sociaal onhandig voelt, verlegen bent of faalangstig bent heb je de neiging om jezelf terug te trekken. Veel hooggevoelige kinderen doen dit!
Ze kunnen er in zichzelf lang en intensief over nadenken. Ze kunnen hier schuld en schaamtegevoelens bij voelen en/of uit angst niets over het pestgedrag vertellen.
Daders of zgn. pestkoppen reageren vaak uit onzekerheid.
De eigen onmacht en zwakheden worden verstopt; ook zij hebben vaak een negatief zelfbeeld. Zij trekken zich niet terug maar kiezen de kant van de bravoure.
Sommigen pesten om te voorkomen dat ze zelf gepest worden.
Hoe herken je het als je kind met pesten te maken heeft.
- Je kind is vaak ziek
- Je kind is gespannen bij het ontbijt
- Je kind snapt andere kinderen niet, ergert zich aan hen.
- Je kind krijgt weinig uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes.
- Je kind vertelt niets over school of over vriendjes.
- Je kind is onzeker over het uiterlijk, kritisch soms.
- Je kind wil niets aan sport of buitenschoolse activiteiten doen.
- Je kind wil na schooltijd graag naar huis.
- Je kind slaapt slecht.
Als het kind eenmaal naar school gaat en een eigen sociaal leven krijgt, zal het kind vaker in situaties terechtkomen die moeilijk zijn.
Vanaf ongeveer een jaar of 4 kunnen kinderen gaan leren hoe ze zichzelf kunnen redden.
Ouders en leerkrachten zijn belangrijk in dit leerproces doordat zij kunnen sturen in de positieve en negatieve ervaringen die ieder kind, maar zeker het hooggevoelige kind opdoen. Hooggevoelige kinderen koppelen een sterke emotionele beleving aan de dingen die ze opmerken. Op een bepaalde manier hebben ze dat nodig.
Want door het ervaren van een innerlijke reactie heeft dat wat ze waarnemen waarde en betekenis voor hen. Ze kunnen indrukken pas plaatsen wanneer ze weten wat deze gevoelsmatig voor hen betekenen. Iedere indruk moet iets losmaken, of dat nu vreugde, verdriet, afschuw, schrik, angst, verbazing, verwondering of wat dan ook is.
Daarom zoeken hooggevoelige kinderen indrukken op en halen dit diep naar binnen, door ze tot een onderdeel van hun innerlijke beleving te maken.
Teveel indrukken achter elkaar, of een te heftige indruk ineens, kan tot uitputting leiden. Het kind raakt zo vol dat het minder goed gaat functioneren. Er ontstaat overprikkeling. Dat kan zich uiten in teruggetrokken of juist heel druk gedrag, woedeaanvallen, hangerigheid, op zichzelf willen zijn, huilen, boosheid of concentratieproblemen.
Het pesten en gepest worden kán een gevolg zijn of deze gevolgen hebben.
Gedurende deze fase heeft het kind de steun en aanmoediging nodig om zichzelf door deze situatie heen te slaan en ervan te leren. Praat met het kind over zijn gevoelens en doe ze niet af als aanstellerij of onzin. De aanpak is er op gericht overprikkeling van je hooggevoelige kind te verminderen en onnodige prikkeling te voorkomen. Dit betekent dat je als begeleider van het kind stuurt in de hoeveelheid prikkels van buitenaf die op het kind af kunnen komen en probeert de hoeveelheid prikkels van binnenuit te verminderen door erover in gesprek te gaan met het kind. Jonge kinderen zijn nog niet in staat om te gaan met overprikkeling en dat doen ouders meestal als vanzelf voor hen.
In overprikkelende toestand zijn hooggevoelige kinderen over het algemeen moeilijk aanstuurbaar, je kunt niet meer tot hen doordringen. Straf geven of vermanend toespreken maakt de overprikkeling door de extra stress alleen maar erger. Las liever een time-out in en kom er later op terug. Of houdt ze gewoon een poosje stevig vast als troost.
Bedenk als het kind weer rustig is samen een strategie om de volgende keer dat hooggevoelige kinderen moeten leren hiermee om te gaan.
Het is belangrijk de kritiek op een opbouwende manier te brengen om extra stress te vermijden. Extra aandacht aan “probleemgedrag” op het moment dat ze overprikkeld zijn, werkt meestal averechts.
Ook in niet overprikkelde toestand is het vaak moeilijk de aandacht van het kind te trekken. Ze horen je wel maar ze zijn in gedachten zo bezig met andere dingen, dat het niet tot hen doordringt. Dit is geen onwil! Probeer op een rustige manier hun aandacht te trekken, loop naar hen toe en maak oogcontact en raak ze even aan. Door hard te gaan praten of boos te worden, maak je ze juist aan het schrikken en horen ze helemaal niet meer wat je te zeggen hebt.
Een andere belangrijke taak als volwassene is het relativeren van negatieve ervaringen en het aanmoedigen van de positieve.
Stel zelf ook geen te hoge verwachtingen aan het kind.
Goede schoolresultaten zijn voor de toekomst minder belangrijk dan een goede eigenwaarde.
Iedere overwinning, hoe klein ook, is belangrijk.
Bron: nieuwetijdskind.com
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.