Blog
Geplaatst op zondag 23 januari 2011 @ 22:04 door Calamandja , 1474 keer bekeken
Bij veel mannen is hun spirituele leven verborgen, onderdrukt of vergeten. In een exclusief fragment uit zijn nieuwe boek The Hidden Spirituality of Men betoogt Matthew Fox dat de man zijn ware zelf kan herontdekken als hij de rol van nobele strijder op zich neemt.
Ik ken een wetenschapper die in zijn achtertuin een grote Indiaanse zweethut heeft staan, waar hij met zijn vrouw geregeld een zuiveringsritueel ondergaat, onder leiding van een inheemse Amerikaan. Ze kennen zelfs de traditionele liederen in de taal van de Lakota. Maar aan de universiteit waar hij werkt, weet niemand iets af van zijn spirituele oefeningen. Ze blijven verborgen voor zijn collega’s. Het illustreert een van de best bewaarde geheimen van onze beschaving: veel mannen zijn diep spiritueel en koesteren stiekem hun spirituele leven. Maar het is geen geheim dat de man van nu in moeilijkheden verkeert. En die moeilijkheden raken iedereen. Onze soort gaat maar door met oorlogvoeren, van Irak tot Sri Lanka, van Libanon tot Somalië: wereldwijd verkoopt Amerika meer wapentuig dan entertainment. De opwarming van de aarde is een veeg teken: een waarschuwing dat we het als soort en planeet niet goed doen. En een op de vier zoogdieren is bezig uit te sterven.
Ook verdwijnen er jonge mannen. In sommige Amerikaanse steden maakt meer dan driekwart van de zwarte jongens de middelbare school niet af. Het is evenmin een geheim dat een mislukte opleiding vaak de opmaat is voor gevangenisstraf, en in Amerika zitten dan ook meer jonge zwarten in de cel dan op school. Veel jongeren uit de grote steden vinden het stoerder - of mannelijker - om een strafblad te hebben dan een diploma.
--------------------------------
Jarenlang heb ik stukken geschreven als mannelijke feminist; dat was zelfs het voornaamste bezwaar dat de inquisiteur-generaal destijds, kardinaal Ratzinger -tegenwoordig paus Benedictus XVI - tegen mijn theologische opvattingen aanvoerde, toen hij mij uit de dominicaanse orde zette met het argument dat ik een ‘feministische theoloog’ was. Mijn huidige werk is beslist geen verloochening van mijn vroegere werk, maar eerder een logisch vervolg erop. Vrouwen hebben hun geschiedenis en hun archetypes hervonden. Waar blijven de mannen bij de bewustwording die dringend nodig is voor onze soort? Waar is het gezonde mannelijke element in de man en in de vrouw?
In onze cultuur heeft zich een mannelijk godsbeeld geworteld, en vervolgens is op grond daarvan gedefinieerd wat mannelijk is. Het is mannelijk om te winnen (eerste worden in sport, zaken, politiek, wetenschap), oorlog te voeren (‘doden of gedood worden’), rationeel en niet emotioneel te zijn (‘jongens huilen niet’) en homofobie te kweken (angst voor mannelijke tederheid). Het is mannelijk om te overheersen of de baas te spelen – of het nu gaat om de natuur, je eigen lichaam, vrouwen of anderen.
Thomas Berry, een katholieke priester van de orde der Passionisten en tevens eco-theoloog, spreekt van een behoefte aan Het Grootse Werk. Wat is dat Grootse Werk? Het is ‘de opgave om de verwoestende invloed die de moderne industriële samenleving op de aarde heeft om te buigen naar een heilzamer soort aanwezigheid’. Voor dat grootse werk zijn grootse geesten nodig, echte strijders, en daarvoor zullen onze morele verontwaardiging en onze concurrentiekrachten in positievere banen moeten worden geleid.
Het Grootse Werk is ‘niet een rol die we hebben gekozen. Het is een rol die ons is gegeven, zonder enig overleg. (…) We zijn op de wereld gezet met een uitdaging en een rol waarin wij zelf geen keus hebben. Maar of we een nobel leven leiden, wordt bepaald door de wijze waarop we de ons toebedeelde rol opvatten en uitvoeren’. Er is behoefte aan nobele strijders. Het archetype van de spirituele strijder helpt om een constructief antwoord te formuleren op enkele belangrijke vragen: wat te doen met mannelijke agressie en concurrentie? Hoe kunnen die in gezonde banen worden geleid?
Agressie is niemand vreemd. Of je nu atleet of predikant, zakenman of taxichauffeur bent: agressie steekt overal de kop op. De negatieve verschijningsvormen van agressie zijn gemakkelijk aan te wijzen: oorlog, verovering (zakelijk dan wel seksueel), passiviteit (tegen zichzelf gekeerde agressie: ‘Dat kan ik niet…’), egoïstische concurrentiestrijd (‘Ik kan alleen winnen als jij verliest’) enzovoort. Maar wat zijn gezonde toepassingen ervan? Hoe kan agressie worden aangewend voor een nobel leven, zoals Berry het noemt?
De sleutel ligt naar mijn mening in het onderscheid tussen een strijder en een soldaat. Een Vietnam-veteraan die op zijn zeventiende vrijwillig in dienst ging, heeft het eens mooi omschreven: ‘Toen ik in het leger zat, was ik soldaat. Ik was een marionet die de bevelen van anderen opvolgde, ook als die tegen mijn diepste overtuigingen ingingen. Ik wist niet wat het was om een strijder te zijn, totdat ik de straat op ging en samen met mijn makkers demonstreerde voor iets waar ik echt in geloofde. Toen ik iets vond waar ik in geloofde, werd ik door een hogere macht gegrepen.’ Hij werd een strijder in plaats van een soldaat, toen hij de bevelen van zijn ziel opvolgde en niet meer die van zijn meerdere. In zijn geval betekende dat protesteren tegen de oorlog en daarvoor de gevangenis in gaan. De overleden boeddhistische meditatiemeester Chögyam Trungpa heeft het over het ‘droeve, gevoelige hart van de strijder’. De strijder staat in contact met zijn hart – de vreugde, het verdriet en de generositeit ervan.
Maar niet iedereen begrijpt dit onderscheid. Als de soldaat en de strijder met elkaar worden verward, worden het militarisme en het reptielenbrein gevoed. Die verwarring is ook een teken van homofobie, aangezien heteroseksisme vermoedelijk de achtergrond vormt van de aanhoudende onwetendheid en angst voor de eigenlijke betekenis van de strijder. In tegenstelling tot de soldaat is de strijder vol van liefde. De strijder staat zo dicht bij zijn gevoelens, dat hij die aan de wereld kan geven. De strijder houdt niet alleen van zijn naasten en zijn partner, maar ook van de wereld en God. De relatie van de strijder met God is een liefdesrelatie.
Wat is het verschil met rechtse voorstellingen van God als iemand die rechtspreekt in plaats van liefheeft? Dit godsbeeld leidt tot verwrongen opvattingen van mannelijkheid. Doordat de strijder en de soldaat met elkaar worden verward, ontstaan ongezonde relaties: met God, met jezelf en met de samenleving. Dit stimuleert tot het bouwen van grote rijken, en de bouwers gebruiken het liefst jongemannen die geloven dat een soldaat hetzelfde is als een strijder. We kunnen ons zulke domme ideeën niet langer veroorloven. Ze zijn ver bezijden de waarheid.
Als een strijder iets anders is dan een soldaat, moet de kracht van de strijder langs andere wegen tot ontwikkeling komen. Als de strijder de mysticus in actie is, laten we dan de volgende vier stappen eens nalopen. Ze zijn ontleend aan de tocht van de mysticus-profeet of mysticus-strijder in de traditie van de scheppende spiritualiteit.
Een: de Via Positiva. De Via Positiva is de weg waarop het leven wordt gevierd, waarop de wereld wordt gezien in al haar schoonheid en goedheid, mildheid en gulheid – terwijl je ervoor openstaat om nog meer te zien. Dit is de weg van eerbied, respect en dankbaarheid. Het is de weg van de oerzegening, waarbij ons leven wordt beheerst door de waarheid dat wij als individu en als gemeenschap ondanks moeite en pijn uit de kosmos en het leven zelf zijn geboren met alles wat we nodig hebben om gelukkig te worden en onze vreugde te delen.
Twee: de Via Negativa. Deze weg leidt naar de duisternis, de verwondingen, de pijn, en de stilte en eenzaamheid van het bestaan, waar we kunnen ontdekken wat we daar moeten leren. Het is een weg van loslaten en laten gaan, van leeg raken en geleegd worden, van trachten niet meer te oordelen of te beheersen, van leren ademen, zitten, stil zijn, in stilte afwachten, het niets proeven zonder terug te deinzen en uiteindelijk van focussen. Het is de weg van het rouwen. Zonder rouw kunnen we niet verder naar het volgende stadium van het leven schenken. De middeleeuwse Duitse theoloog Meister Eckhart von Hochheim noemt het proces van loslaten ‘eeuwig’. De strijder komt oog in oog te staan met de dood, maar daarna houdt hij of zij hartstochtelijker van het leven.
Drie: de Via Creativa. Nadat de strijder vele malen van het leven is gaan houden (Via Positiva) en herhaaldelijk leeg is geraakt en heeft losgelaten (Via Negativa) is het tijd om het leven te schenken. Creativiteit is het wapen, het zwaard, van de spirituele strijder – die zowel vader als moeder is en put uit een diepe, ongetemde bron die de energie geeft voor nieuw leven, nieuwe verbanden, beelden en morele fantasie, waardoor ingrijpende veranderingen mogelijk worden. De ware strijder is een medeschepper, iemand die met en voor de Geest werkt. De handen van de strijder zijn de handen van de Geest in actie; het denken van de strijder wordt in zijn creatieve arbeid door de Geest beheerst. De filosoof en theoloog Thomas van Aquino formuleerde het in de dertiende eeuw als volgt: ‘Dezelfde geest die boven de wateren zweefde bij het begin van de schepping, zweeft boven het denken van de scheppende kunstenaar.’ Iedere strijder is een kunstenaar die zich voor de mensen inzet opdat zij kunnen leven.
Vier: de Via Transformativa. Kunstenaarschap, creativiteit en medescheppen zijn zaken die getest moeten worden. De Geest vereist onderscheid en evaluatie. De lakmoesproef voor het werk van de geest is gerechtigheid en mededogen. Kan het werk dat ik doe de toets der rechtvaardigheid doorstaan? Wordt de afstand tussen rijk en arm erdoor verkleind of wordt de kloof juist groter? Draagt het bij tot herstel en de emancipatie van de machtelozen of worden juist de privileges van enkelingen opnieuw gevestigd ten koste van de massa?
De profeten spreken altijd uit naam van de gerechtigheid; ze hebben een antenne voor onrecht, dat voor hen een klap in het gezicht is. Onrecht wekt de hartstochtelijke woede en de profeet-strijder staat in contact met zijn of haar woede en hartstochten. Het antwoord van de profeet zal echter niet het patroon van actie-reactie van het reptielenbrein volgen, maar hij of zij zal de woede als energiebron aanwenden voor effectieve en creatieve methoden om gerechtigheid en herstel te bereiken. En de authentieke strijder blijft nederig - dat wil zeggen: dicht bij de aarde - en beseft dat hij of zij slechts een instrument is voor het werk van de Geest. Geen messias. Een profeet is een zwak en behoeftig mens, net als iedereen, die net zo goed kwaad kan doen en fouten kan maken. Maar bij dat alles blijft de strijder-profeet zich hartstochtelijk inzetten voor gerechtigheid en mededogen. We zien hoe de strijder deze vier stadia niet alleen op een steeds intensere wijze doormaakt, maar er ook echt één mee wordt. Kijk maar. Kijk maar naar de strijder in jezelf als je deze wegen bewandelt en er één mee wordt.
Om een strijder te worden moet je vaak je bevoorrechte status in het leven opgeven, hoe zwaar die ook bevochten is. De attributen van het succes worden afgelegd en alleen en kwetsbaar ga je de duisternis in. Er is geen garantie dat je er uiteindelijk uitkomt als dezelfde persoon en in staat bent ooit weer dezelfde rol op je te nemen in de samenleving. Vrienden en relaties, prestaties en titels, salarissen en pensioenplannen worden wellicht achtergelaten.
De strijder heeft weet van de dood, ontkent de sterfelijkheid niet, maar gebruikt die als een schild, een wapenrusting waarmee hij of zij zichzelf en anderen kan beschermen. In het besef van onze sterfelijkheid gaan we nu meteen, niet morgen, intensiever leven en alles wat mooi is beschermen. De strijder wacht niet tot de volgende dag met leven, liefhebben, beschermen en scheppen. De strijder, die geleerd heeft los te laten, koestert geen wrok en zal anderen niet uit wraak achtervolgen. Vergevensgezindheid - een ander woord voor loslaten - wordt stukje bij beetje geleerd, dag voor dag, niet als een altruïstische daad, maar als een noodzakelijk wissen van het verleden, zodat we effectief in het hier en nu kunnen leven en functioneren. De ziel kan zich niet volledig ontplooien als oud zeer wordt gekoesterd en keer op keer beleefd. Daarmee laat je verbittering groeien, maar niet de ziel. De strijder zet zich in om hart en ziel uit te laten groeien en niet te bevriezen in het miezerige formaat van gisteren of jaren geleden.
De strijder wordt ook de kunstenaar en creatieve mens en brengt de creativiteit en esthetische voorkeur voor schoonheid tot uitdrukking die de kosmos bij al zijn daden verlangt. De strijder draagt de voortgaande evolutie met zich mee, wordt een instrument van de evolutie, een middel voor verandering en transformatie, voor de creativiteit en het herstel die deze evolutie voortbrengen. Evolutie gaat niet ten koste van het verleden, maar neemt het verleden mee, geeft het nieuwe vormen: de worstelende jonge kiemen van planten en dieren, ideeën en bewegingen, structuren en talen die ernaar hunkeren geboren te worden.
De strijder dient. Het gaat niet om een afgedwongen dienen, zoals bij een slaaf, maar een vrijwillig dienen. Dienen is hetzelfde als de onbekende liefhebben. De strijder vindt wegen om de onbekende lief te hebben. De strijder geeft en geeft gul. En hij schenkt zowel zichzelf als de gemeenschap zijn gaven van liefde voor het leven (Via Positiva), stil zijn en loslaten (Via Negativa), creativiteit (Via Creativa) en gerechtigheid en mededogen (Via Transformativa).
De spirituele strijder gebruikt woede en agressie, die hij echter tegelijkertijd beheerst. Woede wordt in zijn hart morele verontwaardiging, die tot daden aanspoort. Maar die zijn niet gewelddadig, agressief of dodelijk. De spirituele strijder wil anderen veranderen en daarom neemt hij rationele beslissingen vol mededogen, in een streven naar effectieve resultaten, niet slechts naar ontlading van zijn eigen woede.
Wij mannen hebben lang genoeg toegelaten dat anderen - ook bedrijven, de media en politici - onze mannelijkheid definieerden. Het wordt tijd dat we onze mannelijkheid terughalen voordat het te laat is: voordat de aarde door al te veel yang-energie (vuur) letterlijk opbrandt. De geschiedenis van het verwrongen mannelijke gaat duizenden jaren terug, tot 4500 v. Chr., toen het matriarchaat werd verdrongen en het patriarchaat zegevierde. Dat leidde tot wat Riane Eisler, hoogleraar aan de universiteit van Californië in Los Angeles en voorzitster van het Center for Partnership Studies, ‘de overheersers-trance’ noemt, die tot uitdrukking komt in imperialisme en heksenjacht, in inquisitie en kruistochten, in de verbanning van de godin en de Goddelijke Vrouwelijkheid, in genot en seksualiteit die tot zondebok zijn gemaakt, en in een moderne filosofie die beloofde ‘Moeder Aarde door marteling haar geheimen te ontfutselen’, in de woorden van Francis Bacon. De mannelijke ziel is door deze geschiedenis diep gewond, net als de vrouwelijke ziel. Het is nu noodzakelijker dan ooit om naar een Heilige Verbintenis tussen het Goddelijke Vrouwelijke en het Heilige Mannelijke te streven. Ons voortbestaan staat op het spel.
Het zal voor mannen en vrouwen een gelukkige dag zijn als er weer een gezond soort mannelijkheid heerst. Maar ook voor dieren, planten en de nog niet geboren generaties. We zullen niet alleen liefhebben, maar anderen zullen ook ons liefhebben. We zullen vriendschap en de waarde van bondgenootschap in plaats van vijandschap herontdekken. De schoonheid zal terugkeren. De Godin zal terugkeren. We zullen God in onszelf en in de schepping vinden. Het leven zal meer een feest dan een eindeloze strijd worden. Uiteindelijk zijn mannen geen ‘op te lossen probleem’, maar een groot, ondoorgrondelijk mysterie. Wij allemaal dragen vele verhalen met ons mee, vele voorouders en vele archetypen op veelal verborgen plekken. We verschillen van elkaar. Er is niet één ‘mannen-probleem’. Ons unieke DNA garandeert dat ieder van ons uit die lange, veertien miljard jaar durende reis is gekomen om zijn eigen verhaal te vertellen en zijn eigen werk te doen. Wij zijn wonderbaarlijk, verrassend en vol creativiteit. En we zijn nog steeds aan het evolueren. We zijn groen en blauw, strijder en jager, vader en zoon, echtgenoot en minnaar, spiritueel en sensueel, vrij en gebonden. Dat is het avontuur.
We hebben de tijd niet mee, maar wel onze voorouders. Zij en de schepping zelf moedigen ons aan om de juiste beslissing te nemen. Om echte mannen te worden voor onszelf en de komende generaties. Het wordt tijd dat de man spiritueel volwassen wordt. Als soort kunnen we niet blijven steken in onze puberteit. We moeten de oude wijsheden en diepzinnige lessen over het spirituele leven van de man onderzoeken, over hoe we ermee in contact kunnen komen en hoe het ons raakt. Als het spirituele leven van de man inderdaad voor velen verborgen of versluierd is, begraven of verstopt, verdrongen of vergeten, zelfs voor onszelf geheim, dan kan er nog iets groots gebeuren als we het durven op te graven en bloot te leggen, te onthullen en te ontsluieren, te ontdekken en te propageren en er hardop over te spreken.
Matthew Fox is priester van de Episcopale Kerk, tevens theoloog én de schrijver van verscheidene boeken over de scheppende spiritualiteit. Dit artikel is een bewerking van The Hidden Spirituality of Men: Ten Metaphors to Awaken the Sacred Masculine, dat in oktober uitkomt bij de New World Library.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.