Geplaatst op zondag 13 november 2011 @ 02:00 , 6748 keer bekeken
Bent u een hoog sensitief persoon? Rangschikt u zichzelf bij die categorie mensen die hypergevoelig zijn? Misschien hebt u voor uzelf dan wel ontdekt dat u aan HSP lijdt. Maar is dat wel een echte ziekte? De medische wereld stelt zich erg sceptisch op: er zijn (alleszins voorlopig) geen concrete bewijzen voorhanden voor het feit dat HSP een echte ziekte zou zijn.
Het bestaan van HSP of hoog sensitief persoon is een door de bekende psychologe Elaine N. Aron ontwikkelde theorie. Volgens deze theorie zijn er mensen die een gevoeliger zenuwstelsel hebben dan andere mensen. Aron zelf spreekt in dat verband van highly sensitive persons.
Gevoelig, gevoeliger of gevoeligst zijn natuurlijk variaties op een thema. Iedereen is ergens wel op één of andere manier gevoelig, zelfs de meest doorwinterde macho’s. Zijn er mensen die gevoeliger zijn dan andere? Wetenschappelijke bewijzen daarvoor zijn nog niet geleverd.
Elaine Aron en HSP
Elaine Aron heeft het fenomeen van een hogere sensitieve gevoeligheid geprobeerd om tot op de bodem uit te spitten. Zij kwam tot de conclusie dat er zowel interne als externe gevoeligheid bestaat. Beide vormen van gevoeligheid moeten duidelijk van elkaar onderscheiden worden, maar vertonen anderzijds toch een correlatie.
Onder externe gevoeligheid worden bijvoorbeeld zintuiglijke waarnemingen (geuren, smaken, geluiden…) verstaan. Deze vorm gevoeligheid duikt al van kindsbeen af op. Extern gevoelige kinderen worden bijvoorbeeld gekenmerkt door allerlei vormen van allergie. Een voorbeeld dat door Aron wordt aangegeven, is het drinken van koffie. HSP’ers zijn extreem gevoelig voor cafeïne, sommigen onder hen kunnen ’s nachts niet slapen als ze ’s middags een tas koffie gedronken hebben. Ook functies als zicht, gehoor, gevoel enzovoort kunnen bij deze personen bovenmatig ontwikkeld zijn.
Vervolgens is er de interne gevoeligheid, die zich onder andere kan vertalen in een een rijke gedachtenwereld. HSP’ers zijn erg gevoelig voor alle mogelijke kunstvormen, maar kunnen ook zelf artistiek begaafdheid zijn. Aron gaat zelfs nog een stapje verder door te stellen dat HSP’ers dingen opmerken die anderen niet zien. Hier benadert ze de grens van het paranormale, vanaf deze grens is bijvoorbeeld maar een stap naar het zesde zintuig. Mensen die zowel extern als intern gevoelig zijn, zouden volgens Aron een grotere kans op HSP lopen. Met wetenschappelijke bewijzen komt ze echter niet over de brug.
Een mogelijke vorm van kritiek op Elaine Aron is dat kunstvormen als poëzie, muziek, kunst enzovoort nu eenmaal gericht zijn op ontroering. De ene mens is er gevoeliger voor dan de andere, zoals er bijvoorbeeld ook mensen zijn die van motorsporten houden. Heel wat medische mensen uit de medische wereld zijn van mening dat Aron in haar conclusies wat te ver gaat. De bijna-flirt met het paranormale is er bij wijze van spreken te veel aan.
Depressie en HSP
Is er een verband tussen depressie en HSP? De vraag is al vaak gesteld, maar een sluitend antwoord hebben we nog altijd niet gekregen. Wel valt op dat in sommige gevallen depressie-patiënten de literatuur induiken en tot de conclusie komen dat ze aan HSP lijden. Die diagnose wordt niet door de medische wereld gesteld, met als gevolg dat ze misschien wat te snel wordt gesteld. Is HSP – zoals het in de literatuur wordt omschreven niet meer dan een vorm van depressie? We sluiten het in ieder geval niet uit.
Het zal zelden een dokter zijn die de diagnose van HSP stelt, meestal is het de patiënt zelf of zijn omgeving die na enig speurwerk (internet, literatuur) tot de HSP-conclusie komt. In ieder geval gaat de betrokkenen zichzelf inprenten dat hij aan een bijzondere ziekte lijdt, bijzonder in die zin dat ze niet door de medische wetenschap wordt (h)erkend. De traditionele geneeskunde weigert voorlopig in de meeste gevallen in die richting mee te denken. De doorsnee dokter zal geen onderscheid maken tussen een HSP’er en iemand die aan een depressie lijdt.
De HSP’er zelf ziet het uiteraard anders en zal zelfs een gevoel van wantrouwen tegenover de gewone geneeskunde ontwikkelen. Die weigert namelijk te herkennen dat hij of zij aan een bijzondere ziekte lijdt. Het risico loopt voor de hand: de patiënt gaat zich wentelen in zelfmedelijden, zeker wanneer hij of zij zich door haar of zijn omgeving gesteund voelt.
Wie is gevoelig voor HSP?
De vraag stellen is makkelijk, het antwoord geven een stuk moeilijker. Uiteindelijk belanden we steeds weer opnieuw bij het uitgangspunt: is HSP al dan niet een ziekte of kwaal. Totdat er bewijzen van het tegendeel zijn geleverd, gaan we er van uit dat het een bijverschijnsel is van een depressie of van een andere mentale inzinking.
Vaak wordt bij zelf-hulp-sessies verteld dat mensen met artistieke aanleg gevoeliger zijn dan andere voor HSP. Het probleem kan echter ook omgedraaid worden: hebben gevoelige mensen niet vaker aan artistieke aanleg? Kortom, er zijn meer vragen dan er antwoorden gegeven kunnen worden.
Ook van kinderen word soms gezegd dat ze aan HSP lijden. Die uitspraken komen dan meestal uit de mond van de ouders, want de meeste dokters draaien tweemaal hun tong rond alvorens een HSP-diagnose te stellen. Het heeft weinig zin om de discussie te gronde te voeren, simpelweg vanwege het ontbreken van concrete bewijzen voor het daadwerkelijk bestaan van HSP. Feit is evenwel dat sommige kinderen gevoeliger zijn dan anderen, zonder dat daarvoor per se HSP in het spel moet zijn.
Behandeling van HSP
Omdat HSP relatief nieuw is in de medische wereld, is van een algemene aanpak van de kwaal nog geen sprake. Bovendien valt moeilijk vast te leggen op welke manier een hoog sensitief persoon dient behandeld te worden. De sensitiviteit is nu eenmaal een gegeven zaak, daar valt weinig aan te veranderen.
De geraadpleegde geneesheer zal – we schreven het hierboven al – meestal geneigd zijn om het HSP-scenario te ontkennen, simpelweg wegens gebrek aan bewijzen. Dat is natuurlijk koren op de molen van de alternatieve geneeskunde, die met allerlei remedies voor de kwaal zal komen aandragen.
Tot nader order gaat onze voorkeur echter nog steeds uit naar de no-nonsens aanpak van de gewone geneeskunde. De doorsnee dokter zal de HSP-patiënt dezelfde geneesmiddelen voorschrijven die ook aan depressieve patiënten worden voorgeschreven. Bij sommige patiënten stuit deze vorm van behandeling op weerstand. Zij eisen – terecht of niet terecht – een speciale behandeling.
HSP, CVS, ADHD en andere ‘nieuwe’ ziekten
HSP wordt evenals andere kwalen als Chronisch Vermoeidheidssyndroom en ADHD wel eens onder de tafel geveegd als zogenaamde ‘beschavingsziekten’. Het betreft relatief nieuwe ziekten (als we dat woord mogen gebruiken) van het bestaan waarvan onze ouders niet op de hoogte waren.
We mogen onszelf echter niets wijsmaken. Vergelijkbare kwalen zijn ook in het verleden opgedoken, maar werden niet als dusdanig herkend. De vraag is bovendien of dat nodig was ook. Eigenlijk vallen al deze nieuwe ziekten terug te brengen onder de brede noemer van de depressies.
Inderdaad, misschien stellen we ons te radicaal op en zijn HSP & co wel degelijk ziektebeelden waarvan we het fijne nog niet weten. Feit blijft echter dat van deze ziekten/kwalen geen enkel wetenschappelijk bewijs valt aan te brengen. Laboratoriumtests leveren steevast een negatief resultaat op, ook al worden bloedstalen op alle mogelijke manieren onderzocht. Een veelzeggend feit is ook dat HSP niet is opgenomen in DSM IV, het handboek van elke psychiater.
Het gebrek aan bewijsmateriaal belet momenteel om HSP officieel onder een aparte noemer als ziektebeeld te catalogiseren. Misschien komt daar nog ooit verandering in en dan zijn we maar al te graag bereid om ons standpunt aan te passen. Voorlopig geldt echter dat voor HSP dezelfde therapie geldt als voor depressies. Die therapie kan zowel medicatie als therapie of een combinatie van beiden zijn.
bron: www.gezondheidsweb.eu