Blogposts

Blog

Geplaatst op zondag 25 december 2011 @ 21:07 door Calamandja , 1551 keer bekeken

Het compassie-instinct

   

Onderzoek toont aan dat compassie jegens anderen de geestelijke en fysieke gezondheid verbetert.

   

De Dalai Lama houdt ons al jaren voor dat we er gelukkig van worden. Hij heeft er niet bij verteld dat het ook nog gezond is. ‘Als je wilt dat ánderen gelukkig zijn,’ zo luidt het eerste deel van zijn beroemde spreuk, ‘beoefen dan compassie.’ En het tweede deel vervolgt: ‘Als je zélf gelukkig wilt zijn, beoefen dan compassie.’ Misschien wist de Dalai Lama het al die tijd al, of misschien komt hij er net als wij nu pas achter, maar de wetenschap heeft eindelijk ontdekt wat in het boeddhisme al een paar millennia bekend is. In de afgelopen jaren is het onderzoek naar compassie de theologie en filosofie voorbijgegaan en heeft het een breed spectrum van wetenschappelijke vakgebieden omarmd, waaronder neurologie, endocrinologie en immunologie. Het is duidelijk wat de voordelen zijn van het ontvangen van compassie, maar uit nieuw onderzoek blijkt dat het toepassen van compassie niet alleen een positief effect heeft op de geestelijke, maar ook op de fysieke gezondheid. Dat is goed nieuws voor iedereen op aarde. Compassie kun je nooit te veel hebben, en dat geldt zeker voor de tijd waarin we nu leven. Massaontslagen, executieverkoop van huizen, culturele vernietiging van Tibet, aanhoudende problemen in het Midden-Oosten, altijd aanwezige zorgen over ziekte, natuurrampen en dood: zelfs bij het maken van zo’n beknopte lijst voel je je al schuldig aan nalatigheid. Ondanks alle vooruitgang en ontwikkeling is er nog genoeg om compassie mee te hebben. Het kan dus alleen maar goed nieuws zijn dat het onderzoek naar compassie en de daaraan verbonden emoties in het afgelopen decennium de interesse heeft gewekt van de exacte wetenschappen. Er zijn bijvoorbeeld programma’s op het gebied van de zogeheten affectieve neurowetenschap aan diverse Amerikaanse universiteiten, waaronder Harvard. In 2008 heeft de Dalai Lama een schenking gedaan van zo’n 110.000 euro voor het opzetten van het Center for Compassion and Altruism Research and Education (CCARE) aan de universiteit van Stanford. In 2010 gaf hij een fors bedrag aan het Center for Investigating Healthy Minds, dat voortkomt uit het Lab for Affective Neuroscience aan de universiteit van Wisconsin. Nog beter nieuws: we kunnen door oefening meer compassie ontwikkelen. In Duitsland wordt daar onderzoek naar gedaan door Tania Singer, hoofd van het Department of Social Neuroscience, een onderdeel van het Max Planck Institut in Leipzig. Zij bestudeert het gebruik van brain imaging en biofeedback bij het trainen van mensen in het activeren van die delen van het brein die worden geassocieerd met compassie. ‘Een van onze voornaamste doelstellingen is om erachter te komen hoe we in de Westerse maatschappij kunnen oefenen in het ontwikkelen van compassie’, vertelt ze. ‘En dan niet door de Aziatische individuele methodes te gebruiken, maar door te kijken naar hoe we een dergelijke training kunnen integreren in ons drukke, stressvolle dagelijkse leven.’

Compassie begint ermee dat we in ons drukke leven de tijd nemen om empathie te voelen, het vermogen om de gevoelens van onze medemens te registreren en te spiegelen. Maar compassie gaat verder: het voegt aan deze empathische reactie het sterke verlangen toe om dat lijden te verlichten. Vanuit sociaal-evolutionair oogpunt is compassie lang beschouwd als een soort afwijking, een zwakte zelfs. Dacher Keltner, auteur van De mens is niet slecht, vindt dit een grote vergissing. ‘We hebben een van de meest centrale elementen in onze lichamelijke evolutie gemist, dat gevolgen heeft voor genenreplicatie’, zegt Keltner. Bij darwinisme denken mensen onmiddellijk aan survival of the fittest en de struggle for life, meent Keltner, die leidinggeeft aan het Greater Good Science Center aan de University of California in Berkeley. Maar hij wijst erop dat Darwin in De afstamming van de mens ook schreef: ‘Sympathie is ons sterkste instinct.’ Omdat menselijk nageslacht behoort tot de meest kwetsbare groepen in de zoogdierenwereld, legt Keltner uit, was het voor het overleven van onze genen cruciaal om de zorgende kant van onze psyche te ontwikkelen. En in kleine groepen van jagers-verzamelaars, waaruit we allemaal voortkomen, zijn sociale vaardigheden – waarvan compassie een essentieel -onderdeel is – letterlijk een zaak van leven of dood. Keltner is van mening dat deze aspecten van ons collectieve erfgoed aandacht zouden moeten krijgen in scholen en andere openbare instellingen. Door scantechniek kunnen we een globaal beeld krijgen van welke delen van het brein betrokken zijn bij compassie, hoewel onderzoekers erop wijzen dat de hersenen dezelfde gebieden voor meerdere functies gebruiken. Uit experimenten is gebleken dat de cortex cingularis anterior betrokken is bij de compassievolle reactie. Dat is een gebied dat wordt geassocieerd met empathie en besluitvorming gebaseerd op beloning. Als deze cortex beschadigd is, vertonen patiënten symptomen als verhoogde agressiviteit, emotionele afstomping en een beschadigde interactie tussen moeder en kind. Al deze symptomen liggen precies aan de andere kant van het emotionele spectrum ten opzichte van compassie. Het andere deel van het limbisch systeem dat het meest met compassie wordt geassocieerd, is de zogeheten insula, een gebied dat helpt bij zowel emotionele verwerking als het in evenwicht brengen van de lichaamsfuncties. Verder naar beneden op de hersenstam, en verder terug in de evolutionaire tijdschaal, hebben onderzoekers van Stanford een interessante activiteit aangetroffen in de periaqueductale grijze stof, een gebied dat verantwoordelijk is voor het dempen van de pijn van een ernstige verwonding. Het is waarschijnlijk ontstaan om ons te helpen ontsnappen aan datgene wat de verwonding veroorzaakt heeft. Als proefpersonen beelden van pijn krijgen te zien, licht hun periaqueductale grijze stof op. Emiliana Simon-Thomas, mededirecteur van CCARE, denkt dat dit deel uitmaakt van het neurale mechanisme van compassie: een empathische reactie als voorbereiding op een compassievolle reactie, waardoor we in staat worden gesteld om verder te gaan dan de pijn van anderen en er echt iets aan te doen. 

Maar om van compassie naar gezondheid te gaan, moeten we eerst een omweg nemen via stress. Onze stressreacties hebben zich ontwikkeld voor alles-of-niets-situaties, voor die exemplarische ontmoeting met de sabeltandtijger. Vandaag de dag zijn die levende tijgers vervangen door papieren tijgers die nooit meer -weggaan. Dat betekent dat onze vecht-of-vluchtmechanismen te lang geactiveerd blijven. Dit voortdurend afgaande alarm is om te beginnen van grote invloed op bloedsomloop, spijsvertering, immuunsysteem, hersenfuncties en het verouderingsproces. Kennis over de effecten van stress op het lichaam is angstaanjagend genoeg om een paniekaanval te krijgen – als je die al niet had. Maar gek genoeg kunnen we door het ontwikkelen van het vermogen om de pijn van anderen te voelen – door middel van compassie – ons stressniveau verlagen. Hoe kan dat? Een mogelijk antwoord hierop komt uit een experiment dat is uitgevoerd aan de universiteit van Maine. Daarbij kreeg een groep vrouwen de opdracht een zaal vol professionals toe te spreken, iets wat geheid tot veel stress leidt. Sommige vrouwen kregen voor de toespraak emotioneel positieve begeleiding; anderen werden begeleid op een manier die emotioneel neutraal was. Voor en na de toespraak werden er drie dingen gemeten bij de -proefpersonen: bloeddruk, de aanwezigheid van het stresshormoon cortisol in het speeksel en toenemende hartfrequentie, waarmee het vermogen van het lichaam wordt gemeten om het op hol geslagen hart weer te -kalmeren. De reactie van de vrouwen op stress had weinig tot niets te maken met de manier waarop ze begeleid waren. Wel ontdekten de onderzoekers dat bij degenen die zichzelf hoog inschatten op de schaal van compassie, een meetbare daling in het stressniveau was waar te nemen als ze emotioneel positieve begeleiding kregen. Zij waren in staat om de hulp van anderen te gebruiken om de schadelijke gevolgen van stress te verlichten. Hoofdauteur Brandon Cosley redeneert dat dit vermogen door oefening verkregen kan worden: ‘Het zou kunnen dat mensen die zich meer om anderen bekommeren, zichzelf in situaties plaatsen waar die ondersteunende interactie plaatsvindt. Die emotionele welbespraaktheid helpt hen hun eigen reacties om te buigen als zij zelf in zo’n situatie zitten.’

Een ander pad dat van compassie naar gezondheid loopt, gaat via sociale neurologie, een opkomend vakgebied waarin wordt onderzocht op welke manier -sociale interactie van invloed is op de bedrading van ons zenuwstelsel. Uit een aantal onderzoeken is gebleken dat mensen met sterke sociale connecties minder vatbaar zijn voor ontstekingen – een stressreactie die in -verband wordt gebracht met kanker, depressie en artritis – dan mensen die in een sociaal isolement leven of sociale conflicten hebben. Bij verschillende vormen van compassiemeditatie – waarin de beoefenaar bewust en met opzet liefdevolle gedachten wijdt aan steeds groter wordende cirkels van medemensen – blijken veel van dezelfde hersengebieden betrokken te zijn als bij positieve sociale interactie, en de voordelen van deze meditatie komen grotendeels overeen met die van sociale interactie. In een onderzoek uit 2009 aan Emory University in Atlanta kregen 61 willekeurig uitgekozen studenten de opdracht om ofwel een zes weken durende cursus compassiemeditatie te volgen ofwel een gespreksgroep over gezondheid. Het bleek dat alleen het bijwonen van de ene of de andere cursus geen beslissend effect had. Maar in de meditatiegroep was er een groot verschil tussen degenen die de meeste uren per dag oefenden en degenen die het minst oefenden. Toen ze een stresstest moesten doen, bleek de eerste groep een duidelijke afname te tonen van interleukine-6, een marker voor ontstekingsreacties gereguleerd door het immuunsysteem. Dat compassie aangeboren is bij mensen, is natuurlijk niet iets waarvoor we het bewijs van de wetenschap nodig hebben. Maar onderzoek brengt ons steeds dichter bij het antwoord op die ene prangende vraag: is compassie een vastliggende karaktereigenschap, bepaald door natuur en opvoeding, of kan er een hogere staat van compassie worden ontwikkeld? Wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat we kunnen leren om compassie te hebben en dat compassie zelfs de verbindingen in ons zenuwstelsel kan veranderen. In een onderzoek uit 2008, uitgevoerd door het Lab for Affective Neuroscience, werden de empathische reacties van Tibetaanse boeddhistische monniken die meer dan tienduizend uur op het meditatiekussen hadden doorgebracht, vergeleken met die van proefpersonen die nog maar pas waren begonnen met compassiemeditatie. Alle proefpersonen werden onder de -hersenscanner gelegd en kregen daar menselijke geluiden van vreugde en verdriet te horen, en ook neutrale geluiden. De onderzoekers ontdekten dat er tijdens de verdrietige geluiden in de insula en cortex cingularis anterior van de monniken beduidend meer synapsen werden geactiveerd dan bij de nieuwelingen. Dat wijst erop dat compassie, net als saxofoon spelen of een effectbal gooien, een vaardigheid is die ontwikkeld kan worden. Antoine Lutz, hoofdauteur van het onderzoek, denkt dat deze vaardigheid handig kan zijn voor mensen met depressieve neigingen. ‘Door niet alleen aan je eigen lijden te denken, maar ook aan dat van anderen, kun je beter relativeren’, zegt hij. De nervus vagus, een zenuw die de hersenen met het hart en de maag verbindt, is een andere route waarlangs compassie de gezondheid beïnvloedt. De nervus vagus helpt het brein onder meer de hartslag en de ademhaling te reguleren. Een versterkte vagusfunctie wordt in verband gebracht met allerlei goede zaken, zoals een efficiënte regulering van glucose en ontstekingen, en ook een kleinere kans op hartziekten en diabetes. Mensen met een versterkte vagusfunctie zijn statistisch beter in staat hun emoties, aandacht en gedrag te reguleren. 

Er is lang gedacht dat de vagusfunctie bij volwassenen evenzeer vastlag als bijvoorbeeld lengte; dat wil zeggen, als de adolescentie voorbij is, moet je het doen met wat je hebt. Recent onderzoek door Barbara Fredrickson, een Amerikaanse hoogleraar psychologie en auteur van Positivity: Ontdek de kracht van positieve emoties, wijst echter anders uit. Het blijkt dat proefpersonen door een zesweekse cursus ‘liefdevolle-vriendelijkheidsmeditatie’ – een boeddhistische techniek waarbij de -beoefenaar positieve gevoelens betuigt jegens vrienden, collega’s en zelfs vijanden – hun vagusfunctie kunnen vergroten, en daarbij profiteren van alle positieve effecten. ‘Zoals je jezelf gespierder kunt maken door je lichaam te trainen, kun je de vagusfunctie verhogen door emotionele training’, zegt Fredrickson. Net zoals voor veel dingen geldt, kan te veel compassie natuurlijk slecht voor je gezondheid zijn. Een onderzoek uit 2004 onder verzorgers van autistische kinderen toonde aan dat door de stress en druk van dit soort niet-aflatende steun cellen beschadigd raakten, waardoor ze vatbaarder werden voor de hele serie gezondheidsproblemen die verergeren door stress. De uitdaging ligt erin dat we ons hart openen op een manier die ons hart geen schade toebrengt. Vooral op dit moment, met zo veel slecht nieuws en zo veel media die daarop focussen, kun je gemakkelijk verlamd raken door al het lijden in de wereld. ‘Laat je niet overweldigen’, adviseert Stephen G. Post, auteur van het boek Why Good Things Happen to Good People. ‘Weet waar je de grens moet trekken. En wees je bewust van je beperkingen.’ Compassie is niet in staat kanker te genezen of al het lijden uit te bannen. Maar de gestage heroriëntering van de geest in de richting van compassie kan het begin zijn van een heilzame cyclus. Afgenomen stress verbetert het immuunsysteem, en dat verbeterde immuunsysteem verbetert het gedrag, wat dan weer zorgt voor een verdere verbetering van de gezondheid. En we kunnen allemaal troost putten uit de wetenschap dat we deel uitmaken van een grotere beweging, aldus Charles Raison, klinisch directeur van het Mind-Body Program van Emory University: ‘Vijftig jaar lang hebben we de emoties genegeerd, en net als met alle dingen die genegeerd of ondergewaardeerd worden, zoals onroerend goed, is er een goudmijn ontstaan’ – een goudmijn die ons allemaal laat delen in zijn rijkdom. 



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.