Blogposts

Blog

Geplaatst op maandag 12 februari 2018 @ 18:57 door Calamandja , 774 keer bekeken

Het begon met passie. Het begon met mensen die in hun meditatiepraktijk een manier gevonden hadden om met pijn om te gaan, met verdriet, met ziekte, met al die dingen die het leven ons ongevraagd brengt. Het begon met het verlangen om dit te delen en toegankelijk te maken voor mensen die er misschien nog meer behoefte aan hadden. Het begon met het gevoel dat we anders het beste voor onszelf zouden houden.
Het kreeg de naam Mindfulness. De eerste jaren moesten we moeite doen om uit te leggen wat mindfulness is. Toen kwam de hype. De laatste jaren moeten we vooral moeite doen om uit te leggen wat het niet is. Vaak leidt dit tot misverstanden en valse verwachtingen. Daarom een reeks korte teksten over wat mindfulness niet is.
  
Mindfulness is niet: ‘mindfulness’

Toen Jon Kabat-Zinn zijn stressreductieprogramma een naam wilde geven, zocht hij naar een ‘umbrella term’, een overkoepelend begrip. Hij zocht een woord dat verwees naar de meditatietraditie waar zijn werkwijze uit voortkwam. Een term ook die niet te veel weerstand zou oproepen. Hij koos voor ‘mindfulness’.
Mindfulness staat voor de kwaliteit van aandacht die we cultiveren, niet alleen in de meditatie maar ook daarbuiten. Door het te gebruiken als ‘umbrella term’ staat mindfulness nu ook voor een werkwijze. Mindfulness is het toepassen van meditatietechnieken in het het ziekenhuis, op school, in de bedrijfswereld …
Ondertussen wordt er in verschillende contexten gewerkt met mindfulness. Het is een traditie op zich geworden.
Mindfulness wordt dus in twee verschillende betekenissen gebruikt: als een kwaliteit van aandacht en als een werkwijze. Het dooreenhaspelen van deze twee betekenissen leidt tot grote verwarring. Als ik in deze reeks teksten het woord mindfulness gebruik dan heb ik het over mindfulness als werkwijze.
   
Mindfulness is niet: ‘hier en nu’.

'Als ik verdrietig ben of zorgen heb, is het zo moeilijk om in het hier en nu te blijven'. Dit is wellicht het hardnekkigste misverstand over mindfulness.
Het belangrijke woord in de zin 'hier en nu leven' is 'leven'. 'Leven' is het werkwoord, 'hier en nu' is bijwoord. Het 'hier en nu' is de enige plek waar je met de beste wil van de wereld niet uit raakt. De belangrijke vraag is niet of je hier en nu bent maar hoe.
Er is maar één ogenblik en één plek waar je verdriet kunt hebben of je zorgen kunt maken en dat is hier en nu. De vraag is: hoe ga je met zorgen, met verdriet om? In mindfulness is dat niet door te vluchten in een mythisch 'hier en nu', maar door aanwezig te blijven, met een milde open aandacht.
De woorden 'hier en nu' voegen eigenlijk heel weinig informatie toe. Ze fungeren eerder als een uitroepteken. Ze verwijzen naar de onmiddellijkheid van de ervaring. Nu!
 
Mindfulness is niet: ‘zweven in de kosmos’

Als je de populaire pers gelooft dan zweef je na een sessie mindfulness op wolkjes naar buiten. Mindfulness is juist het omgekeerde. We noemden het ‘Leven in de maalstroom’ en niet ‘Zweven in de kosmos’.
Een zweverig gevoel krijg je door je met je geest uit de werkelijkheid terug te trekken. Sommige mensen vinden dat leuk. Er bestaan hypnotische technieken die daarop aansturen. Ook de wollige diepzinnigheden, waarmee vaak over mindfulness wordt geschreven, en de daarbij horende lieflijke plaatjes spiegelen ons graag een fantasiewereld voor.
Hoe begrijpelijk het ook is dat we soms aan de werkelijkheid willen ontsnappen, in mindfulness maken we precies de omgekeerde beweging: we gaan de werkelijkheid aan.
Die bereidheid om de werkelijkheid aan te gaan is het wezen van mindfulness. Daarom vragen we in mindfulness nooit om je iets in te beelden of aan te praten. Mindfulness gaat altijd over wat is.
Soms is die werkelijkheid fijn, soms is ze heftig. Het hoort er allemaal bij. We sluiten niets uit.
 
Mindfulness is niet: ‘niet oordelen’

Laat ons duidelijk zijn: niet alles is oké. Mindfulness wil niet zeggen dat je alles aanvaardt of goed vindt.
In mindfulness-oefeningen vragen om even niet te oordelen. Niet omdat er iets mis is met oordelen, maar omdat we vaak automatisch oordelen. Sommige dingen vinden we maar normaal, andere veroordelen we zonder er eerst goed bij stil te staan.
Daarom oefenenen we in mindfulness om ons oordeel even uit te stellen en goed te kijken. Dat helpt ons om minder reactief te oordelen.
Het kan zijn dat ons oordeel daardoor verzacht. Een automatische veroordeling maakt plaats voor meer begrip, voor onszelf of de ander.
Het kan evengoed dat ons oordeel daardoor scherper wordt. Misschien kom je tot de conclusie dat wat je al die jaren voor lief genomen hebben, eigenlijk onaanvaardbaar is. Vaak leidt dit ertoe dat we voortaan onze grenzen wel aangeven.
   
Mindfulness is niet: 'boeddhisme'.

Zeker, mindfulness maakt gebruik van technieken die in het boeddhisme ontwikkeld zijn. Maar we zijn heel duidelijk: het is geen boeddhisme.
We hebben deze technieken uit hun boeddhistische context gehaald en aangepast aan het ziekenhuis, het onderwijs, aan andere contexten.
Binnen het boeddhisme vinden veel beoefenaars het mooi dat deze technieken meer mensen kunnen ten goede komen. Sommigen nemen het ons kwalijk en vinden dat je niet zomaar iets uit zijn context kunt halen.
Maar de kwaliteit van aandacht die we oefenen behoort niet toe aan deze of gene traditie. Ze is algemeen menselijk. Niemand heeft hier een monopolie.
   
Mindfulness is niet: 'waardevrij'

Jon Kabat-Zinn koos voor de term mindfulness. Hij had het ook 'Compassion Based' kunnen noemen. Dan hadden we nu andere misverstanden gehad om over te schrijven.
Er is geen mindfulness zonder mildheid, respect, waardigheid. Mededogen of compassie staan niet naast of tegenover mindfulness, ze zijn er een wezenlijk element van. Een mindfulnesstraining die geen compassietraining is, is geen mindfulnesstraining.
Mindfulness is ontstaan in de zorg. Daar zijn deze waarden vanzelfsprekend aanwezig. Zorg is nu eenmaal de bestaansreden van de zorg.
Een heel andere situatie ontstaat wanneer mindfulness terecht komt in andere contexten. Daar moeten we veel explicieter zijn. Als een bedrijf mindfulness zou willen aanbieden, niet om de menselijkheid in het bedrijf te bevorderen maar louter om de productiviteit te verhogen, dan is dat geen mindfulness.
   
Mindfulness is niet: ‘even ontspannen’

Mindfulness wordt vaak voorgesteld als een veredelde vorm van relaxatie. Als het dat is wat je verwacht, dan kan het erg tegenvallen. 'Zie je wel, bij mij werkt het niet’.
Er is niets mis met relaxatie. Als het je lukt om te ontspannen, kun je er zeker baat bij hebben. Maar mindfulness is iets anders. Als iemand bij een ontspanningsoefening alleen maar onrust tegenkomt denken we. 'Oei, het werkt niet'. Ook bij mindfulness kun je rust ervaren. Dat is oké. Maar als je bij mindfulness onrust tegenkomt zeggen we: 'Prima, interessant.'
Die onrust drijft je waarschijnlijk dag in dag uit. In de mindfulness-oefening heb je ze onder de microscoop. Daarvoor doen we het.
In plaats van ons blind door de onrust te laten meeslepen, leren we vertrouwd worden met wat onrust met ons doet, in onze geest en in ons lichaam. En we leren onze vrijheid terugnemen telkens als de onrust met ons aan de haal gaat.
Door beter vertrouwd te zijn met onrust merken we ook sneller op hoe het zich doorheen de dag gaandeweg opbouwt en kunnen we korter op de bal spelen.
    
Mindfulness is niet: ‘in de mind’

Een nadeel van het woord mindfulness is dat het de nadruk legt op ‘mind’. Het stuurt ons meteen de verkeerde richting uit. Mindfulness begint niet bij de geest maar bij het lichaam.
Veel deelnemers ontdekken dat het lichaam het eerste is wat ons ontgaat als we druk bezig zijn. We voelen het maar als het te laat is, als het pijn doet, als we klachten hebben.
In mindfulness leren we met ons lichaam contact te houden en het te voelen nog voor het pijn doet of andere klachten geeft. Het lichaam is ook niet alleen maar een bron van ellende. Het geeft ook prettige sensaties. Het is zonde als de prettige sensaties ons ontgaan.
Iemand drukte het kernachtig uit: ‘Nu mijn lichaam niet langer naar mijn geest wil luisteren, moet mijn geest misschien wat beter naar mijn lichaam leren luisteren’.
   
Mindfulness is niet: 'stoppen met denken'

'Hoe kan ik mijn gedachten stoppen?' Niet dus. Of toch wel, maar dan heb je een anesthesist nodig.
Je geest reflecteert je leven. Dat is wat je geest te doen heeft. De enige manier om je geest rustiger te maken is je leven rustiger maken
Je kunt je gedachten ook proberen af te leiden door je op iets anders te concentreren. Als dat lukt, verdwijnen sommige gedachten even naar de achtergrond. Maar van iets wegkijken betekent niet dat het daadwerkelijk ook weg is.
In mindfulness kijken we niet weg. Mindfulness is precies het omgekeerde. We gaan kijken naar het gebeuren van de gedachten. Soms razen ze, soms druppelen ze moeizaam binnen. We blijven aanwezig. We zien het gebeuren, zonder iets te onderdrukken, zonder ons erin te laten meeslepen.
   
Mindfulness is niet: ‘gevoelens wegmediteren’

‘Kon ik die boosheid, dat verdriet maar kwijtraken!’ In mindfulness proberen we niets kwijt te raken. In tegendeel, we nemen wat zich aandient au sérieux.
We hebben onze gevoelens niet zomaar. Het zijn belangrijke signalen. Boosheid bijvoorbeeld signaleert ons dat er iets mis is en het geeft ons de energie om er iets aan te doen. Stel dat je je boosheid zou kunnen wegmediteren. Dan bracht je jezelf in groot gevaar. Je zou volkomen weerloos zijn.
Verdriet, ontgoocheling, blijheid, verliefdheid, alles wat menselijkerwijze voelbaar is, hoort erbij. In mindfulness geven we al die gevoelens hun bestaansrecht.
Als je al je gevoelens zou kunnen onderdrukken dan word je een perfecte zombie. Mindfulness gaat niet over onderdrukken maar over omgaan met. Dat wil zeggen niet negeren en niet in laten meeslepen, aan het stuur blijven.
   
Mindfulness is niet: ‘rustig ademen’

Het is schrikbarend wat je op het internet allemaal vindt over de ademhaling bij mindfulness. Zo krijgt mindfulness haar zweverig imago.
Je leest dan als instructie : ‘Adem rustig'. De ademhaling is een sensitief instrument dat ons meteen iets zegt over hoe het met ons gaat. Als je ze gaat sturen door bijvoorbeeld bewust rustiger te ademen, ben je je instrument kwijt. Bij mindfulness vragen we dus niet om rustig te ademen, maar om de ademhaling te volgen, zoals ze vanzelf op en neer gaat, rustig of onrustig, regelmatig of onregelmatig.
Of je leest: ‘Door je op de ademhaling te concentreren besteed je geen aandacht aan afleidende gedachten’. We volgen de adem niet om onze gedachten af te leiden. We volgen de ademhaling niet omdat het ons zou moeten lukken om er bij te blijven. Juist doordat het niet lukt, wordt zichtbaar wat ons afleidt, wat ons bezighoudt.
Mindfulness gaat niet over rustig worden maar over zichtbaar maken en bewust worden.
   
Mindfulness is niet: ‘loslaten’

Nog een vaak gehoorde instructie Is: ‘Laat het los’. Ik noem het mijn lijstje van misbruikte woorden: aanvaarden, loslaten, relativeren, verwerken …. Er zijn er meer.
Ze zijn gemakkelijk te herkennen. Als iemand tegen je zegt: 'Je moet dat kunnen loslaten, aanvaarden, relativeren ...’ Je voelt je meteen niet begrepen. Het zijn beleefde manieren om tegen iemand te zeggen: ‘Zwijg erover.’
Het beste recept voor mislukking is iets proberen wat onmogelijk is. Je kunt een industrie bouwen op goedkope raad en valse beloften. Als het niet werkt ligt de fout bij de ander.
In mindfulness gaan we altijd op zoek naar wat wel mogelijk is. Waar zitten we wel aan het stuur? Waar zit onze interface met de werkelijkheid?
Als het ons niet loslaat, wordt de vraag: hoe kan ik mij ertoe verhouden?
   
Mindfulness is niet: ‘iets wat je bereikt’

Ook met wetenschap moeten je kritisch kunnen omgaan. Zo bestaat er een studie die aantoont dat proefpersonen na een “mindfulnessinductie” van vijftien minuten minder goed scoren op geheugentesten. Deze bewering werd klakkeloos door de media overgenomen..
Het is weer een van de vele misverstanden. Mindfulness is niet iets wat je kunt bereiken, laat staan dat je het bij iemand anders zou kunnen “induceren”.
Mindfulness is geen toestand. In mindfulness brengen we onze aandacht bij wat er zich nu voordoet. Dat is niet iets wat je bereikt na een kwartier of langer mediteren. Dat doe je nu meteen. Een fractie van een seconde volstaat. Op het moment dat je opmerkt dat je met je aandacht afgedwaald bent, ben je eigenlijk al terug.
Dat is een beweging die je ook alleen maar zelf kunt doen. Je kiest er voor om je aandacht ergens bij te brengen of niet. Niemand kan dat in jouw plaats beslissen of bij jou induceren. “Inductie” is een woord dat thuishoort in hypnose, niet in mindfulness.
   
Mindfulness is niet: ‘zelfverbetering’

Wat je al niet leest in reclamefolders. 'Met mindfulness ontdek je je dieperliggende dromen en wensen'. ‘In mindfulness vind je onontgonnen, latente mogelijkheden'. Het lijkt alsof je binnen de acht weken je een heel ander mens zult worden.
Met slogans als deze kun je op de markt gaan staan. Ze spelen in op een gevoel van tekort te schieten. Ze spiegelen valse verwachtingen voor. Met mindfulness hebben ze absoluut niets te maken.
Mindfulness is geen vorm van zelfverbetering. Integendeel, we gaan er helemaal niet van uit dat er iets mis is met iemand. Het is dus ook niet de bedoeling dat je na acht weken iemand anders bent.
Maar misschien helpt mindfulness je om iets beter te leven met degene die je bent, zoals je bent, zonder zo nodig iemand anders te moeten worden.
   
Mindfulness is niet: ‘egoïstisch’

'Kan dat wel, zoveel aandacht aan mezelf geven, in plaats van er voor de anderen te zijn?' Veel mensen kunnen voor iedereen zorgen, behalve één. Wat heeft die ene dan misdaan dat daar niet kan voor gezorgd worden?
Voor je met een vliegtuig opstijgt krijg je een presentatie van de veiligheidsvoorschriften. Als de luchtdruk in de cabine daalt moet je een zuurstofmasker opzetten. De meeste mensen denken spontaan dat je daarbij eerst je kind helpt, voor je het zuurstofmasker bij jezelf opzet. De instructie is heel duidelijk: eerst bij jezelf. Als je erover nadenkt, snap je het wel. Wie zal er voor je kind zorgen als je zelf buiten westen bent?
Je bent het dus niet alleen aan jezelf verschuldigd om goed voor jezelf te zorgen, maar ook aan degene die jou dierbaar zijn. Mindfulness doe je dus niet alleen voor jezelf.
   
Mindfulness is niet: ‘naar binnen kijken’

In mindfulness neem je bewust tijd voor jezelf. Dat betekent niet dat je in die tijd alleen maar met jezelf bezig bent.
We brengen onze aandacht bij wat zich nu voordoet in de zintuiglijke werkelijkheid. Onze geest beschouwen we daarbij als het zintuig waarmee we onze gedachten en gevoelens waarnemen.
We leven niet op een eiland. Ons lichaam, onze geest, onze andere zintuigen brengen ons in contact met de werkelijkheid. Van die werkelijkheid maken we uiteraard zelf deel uit, maar ze omvat veel meer dan dat.
Mindfulness is niet naar binnen kijken of naar buiten kijken. Het is kijken. Het verbindt ons met alles wat zich nu aandient.
We leven ook niet alleen. Daarom is ook communicatie een belangrijk thema in mindfulness. De kwaliteit van aandacht die we oefenen is even goed van toepassing in relatie tot anderen.
   
Mindfulness is niet: ‘diep'

Sommige mensen zoeken in mindfulness iets wat dieper is dan de gewone werkelijkheid, iets wat achter de grens van ons begrip ligt. Het is alsof er iets meer zou moeten zijn. Het gewone lijkt niet goed genoeg.
In mindfulness volstaat de gewone werkelijkheid. We gaan niet op zoek naar wat erachter ligt. We brengen onze aandacht bij wat nu voor onze zintuigen toegankelijk is.
Aandacht waardeert. Als iemand jou geen aandacht schenkt dan voel je je niet gewaardeerd.
Mindfulness waardeert de werkelijkheid zoals ze nu is, zonder dat daar iets dieper, hoger, boven, onder, achter of meer voor nodig is.
   
Mindfulness is niet: ‘geloven’

Moet je in mindfulness geloven? Liever niet. Meestal geloven mensen dan in iets heel anders dan wat mindfulness is. Dat leidt tot ontgoochelingen in de aard van: ’het is toch niet wat ik verwacht had’.
‘Geloof mij niet’, vraag ik aan het begin van iedere mindfulnesstraining. Je leert niets door iemand te geloven. Leren doe je maar door wat je zelf ontdekt.
Dat geldt niet alleen voor mindfulness maar even goed voor appeltaart bakken. Je kunt een recept nauwgezet volgen, maar als het zwart uit de oven komt, zul je toch zelf moeten beginnen experimenteren.
In mindfulness reiken we een intensief experiment aan. In dat experiment zul je van alles tegenkomen. Daaruit leer je. Daarom vragen we ook om het oordeel even uit te stellen tot na afloop van de training. Een experiment kun je niet beoordelen voor je het uitgevoerd hebt.
Na de training is het aan jou om wat je zelf ontdekt hebt op jouw manier in jouw leven een plaats te geven.
   
Mindfulness is niet: ‘moeten’

‘Ik zou meer moeten oefenen, maar ik kom er zo moeilijk toe’. Waarom zou je moeten?
In een mindfulnesstraining vragen we mensen om te oefenen. Het is als piano spelen. Als je het niet doet zal er niets gebeuren. Dat is logisch.
Maar moeten is niet het goede motief. Soms komen mensen omdat ze van iemand moeten. Dat is voor mij geen reden om deel te nemen.
De enige goede reden is een verlangen om het te doen. In het begin is dat verlangen niet meer dan een vaag aanvoelen, juist genoeg om ermee te beginnen. Daarom is het belangrijk om juist geïnformeerd te zijn. (Daarom ook deze reeks teksten, om misverstanden te voorkomen.)
Naarmate je het meer doet, groeit het verlangen en het vertrouwen erin. Dan is het iets van jou geworden.
Dan is er geen 'moeten oefenen' meer. Misschien wel een beetje discipline. Discipline is iets wat je helpt om te doen wat je verlangt.
   
Mindfulness is niet: ‘passief’

'Wat zal mindfulness met mij doen?' Mindfulness zal niets met je doen. Mindfulness zal je leren iets te doen.
Het is een vreemd idee over meditatie, dat het wat met je zal doen. Als je passief wacht tot er wat gebeurt, dan kun je lang wachten. 'Als je wacht op de toekomst is de toekomst wachten.'
In mindfulness wachten we niet passief af. We cultiveren een kwaliteit van milde open aandacht. De meditatie is in de eerste plaats een experimenteel terrein waar je dat veilig kunt oefenen.
Wat je op dat experimenteel terrein doet is op zich niet belangrijk. Het belangrijke is wat je er zelf vervolgens mee doet in je dagelijkse leven. Daar gebeurt het.
   
Mindfulness is niet: ‘op een kussen zitten’

‘Kan het zijn dat ik meer heb aan joggen dan aan mindfulness?’. Het ene spreekt het andere niet tegen. De kwaliteit van aandacht die we in mindfulness cultiveren is niet afhankelijk van je lichaamshouding. Je hoeft er niet voor op een kussen te gaan zitten.
Sporten, zeker als het een duursport is, kan een spontane mindfulness-oefening zijn, ook als je nog nooit van mindfulness gehoord hebt. Het gebeurt vaker dat iemand stressklachten krijgt als hij door een lichamelijk letsel, niet meer kan sporten.
In mindfulness doen we liggende oefeningen en zittende oefeningen, oefeningen in beweging, al wandelend … Het kan allemaal. We zouden het ook hardlopend, fietsend of zwemmend kunnen doen. Alleen zou dat iets minder praktisch zijn in de ruimte waarover we beschikken. En het zou zelfs dansend kunnen.
Na afloop van een training kies je de vorm die jou ligt. Misschien wordt joggen dan jouw mindfulness-oefening.
  
Mindfulness is niet: ‘iets in je hersenen veranderen'

Als je alle dagen met gewichten oefent zal het volume van je biceps toenemen. Als je alle dagen rekensommetjes maakt zal iets in je hersenen in volume toenemen.
Voor je biceps heb je genoeg aan een lintmeter. Voor je hersenen heb je iets ingewikkelder apparatuur nodig. Sinds enkele jaren beschikken we ook over die apparatuur. Het levert fascinerende resultaten op.
Zo blijkt dat er al na acht weken mindfulnesstraining veranderingen in de hersenen te zien zijn. Op zich niet echt verrassend, maar het blijft fascineren.
De hoop is dat het hersenonderzoek ons de komende jaren nieuwe inzichten zal opleveren in de werking van de hersenen en daarmee zal leiden tot nieuwe behandelingen voor allerlei aandoeningen. Voorlopig zijn we nog niet zover. Het onderzoek staat nog in zijn kinderschoenen.
Wat we in mindfulness doen bestaat al (minstens) 2500 jaar. Het werkt ook zonder hersenscans. Gelukkig.
  
Mindfulness is niet: ‘groepstherapie’

Psychotherapie en mindfulness zijn twee heel verschillende insteken.
In therapie gaat het over wat er concreet in jouw situatie misloopt of misgelopen is. In mindfulness gaat het niet over je verhaal, niet dat je verhaal niet belangrijk is, maar de nadruk ligt op hoe je omgaat met wat er zich op dit ogenblik voordoet.
Het maakt even niet uit of dat te maken heeft met wat er vanochtend gebeurd is of in je vroege jeugd. In mindfulness gaan we de geschiedenis niet reconstrueren maar experimenteren met hoe je ermee kunt omgaan.
Psychotherapie en mindfulness spreken elkaar dus niet tegen, ze vullen elkaar aan. Therapie gebeurt in een gesprek, één op één of in een kleine groep. Mindfulness doe je al oefenend. Dat laat ons toe om met grotere groepen te werken. Je hoeft je verhaal niet in de groep te gooien. Het belangrijke werk doe je thuis zelf.
  
Mindfulness is niet: ‘goed voor iedereen’

Mindfulness als kwaliteit van aandacht is zoals de zuurstof in de lucht. We kunnen niet leven zonder, maar we moeten niets van scheikunde weten om te ademen.
Voor mindfulness als werkwijze ligt dat anders. Deze werkwijze past zich aan aan de context waarin ze gegeven wordt, en aan de doelgroep. Acht weken dagelijks drie kwartier oefenen is voor velen een laagdrempelig en bruikbaar formaat gebleken, maar voor sommige doelgroepen zal het te zwaar zijn.
De programma’s die ontwikkeld zijn in de context van een ziekenhuis zijn niet automatisch toepasbaar in een andere context, zoals in het onderwijs of de bedrijfswereld. Ondertussen worden er andere programma’s ontworpen, aangepast aan andere contexten. Die programma’s werken niet noodzakelijk met een formaat van acht weken drie kwartier.
Er bestaat geen aanpak die goed is voor iedereen. Daarom is het belangrijk om van tevoren te informeren over wie de training geeft, met welke achtergrond, voor welke doelgroep.
   
Wat mindfulness dan wel is: ‘een bejegeningswijze’

Mindfulness is een bejegeningswijze. ‘It’s all about relationality’, zegt Jon Kabat-Zinn.
Het begint met mildheid, respect, waardigheid. In de eerste plaats in het omgaan met jezelf. Bij uitbreiding met anderen en met de wereld.
Met die mildheid kijken we. Met open aandacht, zonder weg te kijken. Of het nu prettig is of moeilijk, we gaan het aan.
Bij dat kijken blijven we aanwezig. Zodra we merken dat we in een automatische reflex meegesleept zijn, keren we terug, met mildheid, met vriendelijkheid.
Allemaal gemakkelijk gezegd. Daarom is het mindfulness-training.
Je blijft het een leven lang verder cultiveren en verdiepen.
 
Bron: Edel Maex, Leven in de maalstroom



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.